Zeven Markensteen bij De Kiel
Marke of Meent is in gemeenschappelijk bezit zijnde grond, veelal heide of weiland. Met name in de Oost-Nederlandse gebieden (Drenthe, Overijsselse en Gelderse Achterhoek) een veel voorkomende vorm van bezit. De gerechtigden – de waarden – bezaten een waardeel. Bij meningsverschillen besliste de Boermarke: het bestuur. Ook bestond er een sterke nabuurschap, oftewel burenhulp. Als er in een marke bijvoorbeeld heide moest worden geplagd, kwamen indien nodig ook leden van andere marken met paard en wagen hulp verlenen. Eind 19e eeuw zijn de marken opgeheven, ieders aandeel daarin opgemeten en toebedeeld aan de rechthebbenden. Men zou dit kunnen zien als de eerste vorm van (ruil)verkaveling.
Al in de Middeleeuwen waren de Drentse heidevelden verdeeld tussen de verschillende marken. Maar er waren ook stukken heide die helemaal geen eigenaar hadden, bijvoorbeeld omdat de grond waardeloos was.
Dit was het geval op dit huidige “7 markenpunt” bij De Kiel. Gedurende de Franse tijd is onder bevel van Napoleon alle grond opgemeten en in kaart gebracht. Het land werd door landmeters van het Kadaster opgemeten. Uiteindelijk bleef dit stukje heide over dat niemand wilde hebben. De landmeter – toen nog iemand met veel macht en gezag – verdeelde dit stukje heide op eigen gezag tussen de toen al bestaande 7 marken, te weten: Westdorp, Ees, Odoorn, Sleen, Zweelo, Westerbork en Rolde. En zo is het altijd gebleven. De laatste vier waren echter gemeente namen. In werkelijkheid waren dit de marken Noord-Sleen, Wezup, Orvelte en Schoonloo. De 7 markensteen ligt dus wel op de goede plek, alleen de op de steen vermelde namen van de marken zijn door een stukje burgerlijke ongehoorzaamheid in de tijd van Napeleon niet de goede,
Later werden de marke-grenzen veranderd in 6 gemeentegrenzen, waarbij waarschijnlijk De Kiel is ontstaan. De Kijl of Kiel betekent een spitse punt.
Net als de straat De Tip, die naar het Zevenmarkenpunt toeloopt.
De 7 markensteen in De Kiel herinnert aan dit alles.